Ultimate Frisbee is de snelle en spectaculaire teamsport die door het grootste deel van de frisbeespelers in Nederland wordt beoefend in competitieverband, op toernooien of in City Leagues. Je kunt het doen op het veld, in de zaal of op het strand met een team van alleen mannen, alleen vrouwen, maar ook door elkaar gemengd. De competitie staat open voor iedereen, na een paar trainingen kan men op laag niveau altijd een keer meespelen. Belangrijkste elementen zijn techniek en atletisch vermogen, maar zeer zeker ook fairplay (Ultimate Frisbee wordt zelfs op hoog niveau gespeeld zonder scheidsrechter!), tactiek, teammentaliteit en snelheid.
Ultimate Frisbee is de belangrijkste teamsport onder de frisbee-sporten. In Nederland is het veruit de meest beoefende discipline met ongeveer 750 deelnemers. Ultimate Frisbee is bovendien één van de meest intensieve teamsporten die er bestaan.
Zowel de spelers als de schijf zijn bijna continu in beweging. Alleen degene die de schijf ontvangen heeft en zijn directe tegenstander staan even stil. Deze schijfbezitter probeert een vrijlopende medespeler te bereiken. De verdedigende partij doet zijn best om de frisbee te onderscheppen. Vaak resulteert dit in een sprint, sprong- of duikduel, wat Ultimate Frisbee heel aantrekkelijk maakt als kijksport.
Ultimate Frisbee heeft veel overeenkomsten met andere teamsporten. Spelers moeten elkaar kunnen vinden met een zuivere pass zoals bijvoorbeeld bij volleybal en rugby. De aanvallers zullen moeten vrijlopen zoals ook bij American football of hockey. Net als bij korfbal en voetbal zullen ze man-to-man moeten kunnen verdedigen, maar soms ook zone zoals bij handbal. En het pivoteren en maken van schijnbewegingen van de werper komt overeen met bijvoorbeeld basketbal en futsal.
De vluchteigenschappen van een frisbee onderscheiden Ultimate Frisbee van andere sporten. Het zweefvermogen van de schijf normaal of ondersteboven, zijn ‘spin’ en de mogelijkheid om een ‘curve’ te gooien geven een grote variatie aan worpen. Ervaren spelers gebruiken naast de basisworp, de ‘backhand’, ook worpen als ‘side-arm’ (forehand) en ‘overhead’. In de zaal, dus zonder wind, is de variatie nog groter en kan een aanvaller ook een ‘hammer’, een ‘blade’ of een ‘scoober’ gooien om de verdediging te omspelen. Een regelmatig terugkerend verschijnsel in een wedstrijd is dat twee of drie spelers samen springen om een hoog zwevende schijf uit de lucht te grijpen. Ook ziet men vaak harde sprintduels of stoere duiken om de frisbee te vangen of te onderscheppen. In de aanval worden soms lange worpen van meer dan 50 meter gebruikt om een vrijlopende speler in de diepte te bereiken, een spectaculaire ‘huck’.